Nadat ik mijn voeten heb vereeuwigd op papier, neem ik een duik in mijn tweede leukste vakantietijdsverdrijf: de gedrukte letter van de fictie. Gisteren nog vroegen collega's me of ik op vakantie ga. Vakantie als in "naar het buitenland". "Nee, geen plannen in die richting," zeg ik op bijna verontschuldigende toon. Want vakantie in eigen land is als leven op een kluitje, weinig spectaculair, niks om over naar huis te schrijven. Wanneer ik vergezeld door hond en glaasje wijn aan een nieuw boek wil beginnen, tref ik een postkaart aan tussen de eerste pagina's. De bib-bezoeker die De Verborgen Geschiedenis van D.Tartt eerder uitleende, neemt me mee naar het azuurblauwe Lissabon, met zijn trams, tegelgevels en het hart op de goeie plek. Ik herbeleef een heerlijke citytrip op de achterkant van mijn netvlies. Kilometervreten in overtreffende trap, hier op mijn Waalse kluit.