Op dagen als gisteren ben ik blij dat ik de autodeur achter me mag dichtslaan. Op dagen als gisteren valt het me op hoeveel dieren er omgemaaid worden, als grassprietjes op 't asfalt. Tegen de avond stond de stand op 1 marter, 2 vossen, 1 kraai, 1 egel en 1 vers hoopje pluis waarvan de oorspronkelijke staat niet meer te traceren was. Dagen als gisteren zijn geen pretje. Ik word daar triestig van.
Vandaag echter opnieuw vroeg uit de veren en voor dag en (tijdens) dauw de baan op. Ik neem me voor te focussen op de levende specimen. Het panorama om 06u00 doet alvast een voorzetje. Het klinkt zoals het eruit ziet: zeemzoet. Vogels zingen als romantici pur sang. Terwijl buren nog dromen, weerklinkt buiten louter levenslust. Geen dooie ziel te bekennen ditmaal, onderweg.
Enkele honderden kilometers later land ik tevree op mijn terrasje: drukke dag achter de rug, berg werk verzet, klanten content. De kabouter overschouwt en ziet dat het goed is. Mijn moestuin schenkt me haar allereerste radijs. Als kers op de taart.
De eerste dag van meer van dat.