Vandaag is het besef tot me doorgedrongen dat je maar beter niet als mossel geboren kan worden. Van bij het prille begin krijg je alle vuiligheid van de zee door je strot geramd: je bent tenslotte voorbestemd als levende waterfilter, dus verderstuderen kan je op je buik schrijven, als je die al had tenminste. Neen, aangezien je act als bearded woman niet meteen als succesnummer wordt onthaald, bestaat je grootste uitdaging uit het trotseren van eb & vloed. Nadat je dat lot langdurig op de (mossel)bank hebt uitgezeten, word je uiteindelijk geplukt. Als een maagdelijke schone door een Prins (& Dingemanse). Een nieuwe wereld gaat voor je open, the future looks bright. Net wanneer je bedenkt "misschien moet ik m'n schelpen eens openzetten om wat te zonnen in dit zomers weertje" beland je in 't magazijn van een groothandel die je luchtdicht verpakt. "Dan maar even de adem inhouden," bedenkt je. Als je 48 uren later dan weer op iemands aanrecht uitgepakt wordt en lekker uitgebreid kan ademen, gooien ze je zonder pardon in een bodempje gestoofde ajuinringen en gekneusde tenen look. Totdat iemand je blust met witte wijn en je jezelf comateus zuipt met fatale afloop.
Allicht had je vader andere plannen met je. Iets in de zweedse filmindustrie ofzo. Het kan verkeren.