Vandaag voel ik me het stadskieken dat alle wetten van de natuur aan haar laars denkt te kunnen lappen. Terwijl de buren de voorbije dagen hamsterden, voorraadjes voor de kachel aanlegden en hun auto met de snuit bergafwaarts parkeerden, heb ik alle voortekenen genegeerd. Want ja: wie in Wallonië woont, lùìstert naar het weerbericht en neemt het voor lief.
Terwijl ik mijn auto -bergopwaarts geparkeerd, jawel- hopeloos vastrijd, komt de overbuur hoofdschuddend naar buiten. Zijn wijze raad "Je moet 'm in de winter altijd bergafwaarts parkeren, anders heb je geen grip" klinkt niet cynisch maar toch hoor ik 'm denken "Dat had ik je een maand geleden toch al verteld, putain?" Ik knik bevestigend, trek hulpeloos mijn schouders op en richt mijn ogen ten hemel. "Zal ik even duwen?" en het antwoord niet afwachtend gooit hij zijn volle gewicht tegen mijn auto aan. Enig gemanipuleer en een zetje verder, bevind ik me terug op de rijbaan. Enfin, ik dénk dat 't de rijbaan is: de weg is weg. Het sneeuwdeken vaagt alle grenzen uit. Alsof alles wat ik weet vannacht werd gereset. Ctrl A Delete. Ik leg me erbij neer en bol de berg af. De verswitte wereld in. Onzeker opzoek naar zekerheden.