Deze ochtend ontdek ik een prachtig vlindertje: 't icarusblauwtje. Fragiel en vatbaar voor de minste rukwind, maar dat houdt haar niet tegen enthousiast door m'n hof te fladderen en te flaneren op de korenbloempjes, de azuur landingsbaan die speciaal voor haar gemaakt lijkt. "Had ik maar de durf om te springen," mijmer ik terwijl ik dit creatuur bewonder, "springen en vliegen, mijn dromen achterna." Ik denk aan m'n gîte l'Heure Bleue, m'n korenbloempje. "Ach wat, gewoon niet te dicht bij de zon vliegen, zeker? En anders, m'n zwembrevet bovenhalen!" Daarna nip ik -gerustgesteld- nog 'ns van m'n koffie, te midden van m'n fleurig blauwe zee.