Ik betrap mezelf op een trekje verwant aan vissers, wanneer ik mijn eerste courgette oogst op mijn dakterras. Want nee, ik kan 't niet laten om toch even te meten hoe groot ie is. Als je me morgen vraagt: "Hoe groot dan wel?", dan spreid ik de armen, schouderbreed en voeg er "Minstens!" aan toe. Zo breed als mijn glimlach, zonder meer.