Na een dagje hout timmeren in mijn Vlaamse home-to-be, vertrekken Louis en ik richting onze Waalse home-that-is. Eens aangekomen groet een koor "Bonjour!". De buren blijken een familie-reunie te houden vandaag. Veel getater in de tuin, animo alom, luidruchtig gezwam over alles en niks, enfin, dat Walen zichzelf graag bezig horen en daarbij meer woorden en decibels gebruiken dan strikt noodzakelijk... het is een understatement van kaliber. Ik nestel me in de avondzon met mijn gazet. De buurt accepteert dat. Na vijf jaren hebben ze me aanvaardt als "vast meubilair": het komt, het is, het doet geen vlieg kwaad, maar je hebt er weinig praats mee. Meubilair heeft nu eenmaal een weinig uitgebreide vocabulaire. En dat is ok. Ik aard prima in die positie en dus kan ik me -temidden van de heisa- nestelen in de rust die mijn tuin te bieden heeft. Wanneer de buren het over "Elène et son chien" hebben, geven we geen kick. Het zou onze positie als meubilair aan het wankelen brengen. We wisselen enkel een betekenisvolle blik uit, de hond en ik. De bloemen wiegen in de avondbries, de horizon gloeit, een wereld van innerlijke rust weerspiegelt in de ogen.
Elène et son chien aiment la retraite, vooral als het een glaasje pineau des charente in de aanbieding heeft. Meubilair moet geboend worden, zo nu en dan. Santé!