zaterdag 19 april 2014

paaskieken



De bossen nabij mijn bureautje: ze zijn mijn woordenboek om de dingen te benoemen, een spiegel om mezelf te zien, herkennen, herontdekken. Zo trokken Louis en ik vandaag weer een ronde door onze dictionnaire, Bois de Gonrieux. Ik tref een slagveldje aan: zachtgrijs dons met zebrablauwe accenten. "Dat paaskieken heeft het niet gehaald," bazel ik tegen mijn viervoeter. Hij loopt me straal voorbij, jagend naar iets waar nog wel een hartenklop in zit. "Wie is hier het paaskieken?" denk ik vervolgens. Een week geleden rijd ik in mijn berlingo naar d'ardennen, uitgeput. Vervolgens heb ik een ganse week nodig om weer tot een gevoel van "normaal functioneren" te komen. Om tenslotte slechts drie dagen van dat gevoel te genieten, die energie op te slaan, in de hoop dat ik de volgende vakantie op een menselijker manier weet te bereiken. Hoeveel jaarringen moet ik nog draaien vooraleer ik mijn natuurlijk evenwicht vind? Het blijft een eeuwige zoektocht. Ik slenter door het dorre gebladerte en merk een frisgroene scheut op, als een sprankeltje hoop, een schop onder de kont. Met tijd en ruimte komen de schoon dingen vanzelf piepen. Ooit al eens 'n architect met ruimtegebrek gezien? In de bossen loopt er eentje rond. Maar niet meer voor lang. Want de tijd is daar...