Vorige week hadden we'm gespot: de rots die we moesten en zouden beklimmen. Uittorenend tussen de beuken lokt ie als rood op een stier. Wat is dat toch met de veroveringsdrang van het menselijk dier? Ook wij ontsnappen er niet aan. Om maar te zwijgen van de hond, die de tocht vlotjes vier keer over-en-weer doet en daarbij de weg der steile flanken verkiest boven de gekende paadjes. De streber.
En drukke week en 'n calorierijk ontbijt verder beginnen we eraan. De koude wind zeurt aan mijn oren, maar niks kan me deren. Ik moet en zal 'm trotseren! Voet voor voet ploegend over half vergane wegen, is mijn aandacht gericht op de verraderlijke ondergrond. Het bos blijkt groener dan ooit: mossen bij de vleet, elk in hun eigen tint. De ene soort met piekjeshaar, de andere met pistache-toeters en fluo-oranje accenten, een derde doet denken aan verdwaald zeekraal, ... Als zachte beenwarmers omhullen ze de stammen van menig boom. Ze zullen geen kou lijden.
Wij drieën doen dat evenmin, zeker wanneer we een tijdje later 't hoogste punt bereiken (350m). Mijn blik verplaatst zich van de grond en haar details, naar de weidse wereld. Hoger dan dit kunnen we niet geraken. Kijkend over kruinen, turend in de verte valt alles in zijn plooi. Terwijl ver beneden een fris riviertje tekeer gaat, stroomt hier de zuivere lucht naar binnen. Deze plek heeft niks en is vol tegelijk. Ik kan maar één ding concluderen : eekhoorns zijn "lucky bastards"!
En drukke week en 'n calorierijk ontbijt verder beginnen we eraan. De koude wind zeurt aan mijn oren, maar niks kan me deren. Ik moet en zal 'm trotseren! Voet voor voet ploegend over half vergane wegen, is mijn aandacht gericht op de verraderlijke ondergrond. Het bos blijkt groener dan ooit: mossen bij de vleet, elk in hun eigen tint. De ene soort met piekjeshaar, de andere met pistache-toeters en fluo-oranje accenten, een derde doet denken aan verdwaald zeekraal, ... Als zachte beenwarmers omhullen ze de stammen van menig boom. Ze zullen geen kou lijden.
Wij drieën doen dat evenmin, zeker wanneer we een tijdje later 't hoogste punt bereiken (350m). Mijn blik verplaatst zich van de grond en haar details, naar de weidse wereld. Hoger dan dit kunnen we niet geraken. Kijkend over kruinen, turend in de verte valt alles in zijn plooi. Terwijl ver beneden een fris riviertje tekeer gaat, stroomt hier de zuivere lucht naar binnen. Deze plek heeft niks en is vol tegelijk. Ik kan maar één ding concluderen : eekhoorns zijn "lucky bastards"!