maandag 27 mei 2013

numéro

Vrezend dat het aanvragen van een huisnummer in Wallonië een nachtmerrie zou worden zoals we die kennen van pakweg de dienstverlening van Belgacom, Electrabel of erger nog De Fiscus, neem ik met een klein hartje de gsm ter hand en bel naar de gemeente Couvin. Dat het huis er nu staat en zo goed als wind&waterdicht is en dus deze zomer af zal zijn. Dat dat laatste "met een korrel zout te nemen is" krijg ik niet vertaald in mijn Google-translator dus laat ik die wetenschap achterwege. In mijn hakkelend frans word ik driemaal doorverbonden en vrees dat de vrees gegrond is. Totdat ik de juiste dame op de juiste plek aan de lijn krijg. Een pittig lentezonnetje breekt het wolkendek en warmt mijn kippenvel. "Pas de problème, madame." Ze zou later deze dag even terplekke passeren en me vervolgens terugbellen. Een ongelovige "ja ja dat zal wel" flitst door mijn gedachten en ik schrijf alvast een kattebelletje in mijn agenda dat ik morgen opnieuw naar Couvin zal moeten bellen. Maar goed weer houdt aan. Twee uurtjes later weet de vrolijke stem me te vertellen dat ze de werf heeft bezocht en dat "4" het huisnummer van mijn kersvers architectenbureautje wordt. En neen, ik hoef daar verder geen formulieren voor in te vullen, bevestigt ze me. Point final.
Ik kom thuis en bekijk de voordeur. Ik zie ze, met 8-jaar-krassen-van-de-sleutelbos. Met de omgekeerde frietzak-A. En de deurbol waarop buurjongetjes maar wat graag de wetten der gravitatie uittesten. Binnenkort zal ik de deur van Merksem achter me dichttrekken, ze ruilen voor een meranti exemplaar 180km verderop. Ik word wat week. Totdat ik Louis aan de andere kant hoor piepen en kwispelen, me welkom heet. En ik vermoed dat ie dat 180km verderop ook zal doen. Want het bos ligt er achter de hoek. Meer hoeft een voordeur niet te zijn. Altijd op een kier, naar 't plezier. Op nummer vier.

vrijdag 24 mei 2013

maandag 20 mei 2013

small strength

Het zou een verlengd weekend van afbraakwerken worden: donderdagavond ingezet met een overdosis gerstenat en vervolgens 't voornemen daar een maandje mee te breken; mijn rug die gebroken lijkt en spieren die de boel krampachtig proberen te stutten; het inzicht dat er nog maar 2,5 maand resten om mijn huis verkoopswaardig te maken (en ik dus maar eens moet ophouden met weekendjes "niksen"). Nooit tijd voor yoga. Ik sloop mezelf. Busy bee me. Herkenning.
Een boek over de geschiedenis van het ZenBoeddhisme passeert mijn handen. Interessant. Wat later op de dag krijg ik het filmpje van een jonge productontwikkelaar onder ogen. Temidden van Hong Kong introduceert hij bijen. Terug van weggeweest. De kracht van het kleine initiatief. Omdat de samenleving er onthecht is. Niet langer op mensenmaat. Herkenning wederom.
Busy bees hoeven niet persé destructief te zijn. In tegendeel. Misschien ga ik wat drukker bezig zijn in mijn eigen kleine honingraat. Bezig met niksen. Honey pops in de aanslag als verzet tegen de verzuring rondom. Sounds sweet.
klik hier voor filmpje HK Honey

maandag 13 mei 2013

maandag de 13e

Na een onrustige slaap rol ik mijn bed uit, de straat op, hond uitlatend. Een beetje piekerend en met blik op oneindig wandelen Louis en ik het ochtendlijk gekende blokje-om. Tot ik plots <SJWÂK!> struikel over niks, mijn voet omzwik en voluit strijk ga op het trottoir. Een luidkeelse "SHIT!" klettert als een pauselijke kus tegen het plaveisel. Een buurvrouw fronst me na. Ik voel een siamese tweeling groeien, op mijn linkerenkel. Maandag de 13e, een blauw exemplaar, Murphy incluus. Louis komt een beetje mistroostig aan me snuffelen. Ik krabbel overeind. "Wacht maar, jongen, straks is het jouw beurt om te piepen."
En piepen doet hij, wanneer ik 'm een uurtje later achterlaat bij de dierenarts. Zijn afgebroken tand -een souveniertje van zijn ruwe ontmoeting met Noorse rotsen- moet eruit. Reeds twee weken wordt ie geteisterd door een vreemdsoortig genies, genies dat volgens de dokter 't gevolg is van een inwendig abces of iets dergelijks. Dus moet meneertje onder slaapnarcose, onder de x-ray-scan en onder 't mes. Wat later in de namiddag strompel ik (een Ibuprofen-voorschrift en drie enkels rijk) naar de dierenkliniek om 'm terug op te pikken. Zijn hangende oogjes zetten zijn droopy-gehalte extra in de verf, en terwijl hij groggy overal tegenaan loopt verneem ik van de dokter dat 't geen abces is. "Hij is allicht allergisch voor 't een of 't ander," luidt het verdict. "'t Leven in de stad heeft niet alleen nadelige gevolgen voor de mens, weet u," voegt hij eraan toe.
We moeten hier dringend weg, zoveel is duidelijk. Die veelheid aan signalen... "Run Forrest, Run!" De weidse natuur in. Weg van hier. Dringend. Nu. Weg, ver weg. Adieu Anvers, gij stinkend'stad. Ik heb 't gehad.


woensdag 8 mei 2013

the end is the beginning

De dag dat ik Colruyt in Halle verlaat, duiken de bloemen uit Hallerbos -boshyacinten- als eersten op in mijn tuin thuis.
Symboliek is nooit ver weg.

dinsdag 7 mei 2013

fly on the edge of reason



sacre


De laatste werkdag bij de gevestigde waarde. Ik blijf een gevoelige twijfelaar, tot op het laatste moment: overtuigd van mijn beslissing om nieuwe/gekende horizonten op te zoeken, blijft mijn "will to please" morrelen aan mijn zelfzekerheid. Omdat ik niemand van mijn bijna-ex-collega's wil teleurstellen. Omdat ik geen lijken in kasten wil achterlaten. Het eeuwig christelijke "goed willen zijn voor de ander" dat over de schouder loert.
De laatste werfvergadering vandaag. Ergens tussen Tongeren en Luik. Vaag herinner ik me dat daar sinds kort het winnend kerkje "reading between the lines" van architecten Gijs & Van Vaerenbergh staat te prijken in het veld. Ik kan mezelf wel een pak rammel geven: week na week zoek ik er de werfvergadering op, maar dan ook even stoppen bij dat hedendaags stukje erfgoed? Ho maar! Ik blijk mezelf maar weer eens voorbij gelopen te zijn.
Omdat 't mijn laatste werkdag is, besluit ik na de besprekingen naar Borgloon te rijden en het dorp niet te verlaten vooraleer ik het bouwsel heb gevonden. Mijn eerste contact met "the place to be" valt tegen: een knullig bordje toont me de weg. Ik mompel een binnensmondse SacreNonDeDieu. Mijn tweede glimp maakt alles echter goed. Duidelijk afgetekend tegen de horizon maar ook vluchtig alsof het een zwerm fruitvliegjes betreft, staat ze daar: het doel van mijn zoeken. Mijn inhoudelijke clic met de kerk en zijn rituelen is ruim 20 jaar geleden een stille dood gestorven. Maar daar, tussen de bloesems, overvalt me een sacraal moment. Het icoon communiceert. Met mij, met zijn omgeving, maar ook -en niet in het minst- met de oude kerk in de verte. Een respectabele middenvinger naar gevestigde waarden. Ik ben wederom verliefd. Op zoveel schoons. Op de gelaagdheid, de inhoud, de warmte, de materie, ... en het tegelijkertijd ontbreken van dat alles. Ik zou er zowaar weer gelovig van worden. Dat alles goed komt. In de armen van de kunst.





edge of reason

Sinds een week of twee heb ik mezelf gebombardeerd tot etikettenlezer. Of beter: één van die goeie nieuwjaarsvoornemens is uit de verdringing ontsnapt en dus doen we -dat voornemen en ik- verwoede pogingen om een maandje "sugarless" door het leven te gaan. Geen sincure want je mag meteen alle charcuterie, sauzen van DevosLemmens, bouillonblokjes en aanverwante soepen en zoooo veeeeeel meeeer van je menu schrappen. Als je ziet wat de industrie tegenwoordig door onze vreet draait, dan kan je alleen maar concluderen dat we leven in een maatschappij die de pedalen aan 't kwijtgeraken is. En telkens als je denkt: "nu heb ik 't ergste wel gehad," weet de voedingsindustrie je toch weer een loer te draaien. Zo check ik afgelopen weekend mijn wijnvoorraadje... Druiven hebben hun monopolie duidelijk verloren : ziehier de melk en eieren in flesformaat ! Dàt, tesamen met het feit dat de betreffende bottelarij 't in 19 talen op z'n etiket vermeld, ... mnja, dan ga ik vanavond toch liever voor de fluo rosé cremant (mét sulfieten en zònder omelet).