maandag 8 oktober 2012

poteter






Een grauwe arbeidershut. Een olielamp aan het plafond. Op een hoek van de tafel wordt koffie ingeschonken. Een karikaturaal gezelschap: knokige vingers aan te grote handen, ruwe gezichten met laag voorhoofd, knobbelige neuzen, dikke lippen, flaporen, geprononceerde jukbeenderen en zware wenkbrauwen.
Hoewel dit tafereel 125 jaar oud is, blijft het tijdloos. Want wat anders doen we dagelijks dan ploeteren in onze agenda’s, graven in ons kunnen, spitten in de grenzen van het menselijke en ploegen op de akker waar onkruid welig tiert ?
Ruim een eeuw en nog wat verder blijk ik nog steeds een aardappeleter te zijn. Alle pedicures ten spijt, we zijn Van Gogh ten voeten uit.

Volgens de schilder zelf betrof het hier eenvoudige mensen die leven in harmonie met de natuur. Hij wilde een realistisch boerenschilderij maken, zonder de werkelijkheid te idealiseren of zoetsappig te maken. Hij wilde benadrukken dat deze mensen met de handen die ze in de schotel steken, zelf de aarde hebben omgespit en dat zij aldoende hun eten eerlijk hebben verdiend...


Ik ga maar eens om frietjes, denk ik.