Mijn eerste werfbezoek. Mijn eerste meerprijs. Want onkosten zijn 't enige wat groeit op mijn grond. Of beter, mijn rotstuin. Geen grijntje grond, enkel leisteen. En puin, historisch puin. Van buren die decennia lang aan vervuiling deden. Als hobby. Als buurtwerk. Als marginaal bedankje voor hun langdurige werkloosheidspoen. Als MERDE!, je ne sais quoi. Tot ik in de verte een kapelletje opmerk. En een windmolen. Want alles gaat voor de wind, in't zuiden. Een bevestigende knik van twee knuiters. Met een monkellachje. De zon schijnt, dus vloeien er geen tranen. Ik bid om een zachte winter. In Belgiƫ, niet in Benidorm, en bol weer naar huis.