Afgelopen weekend. Na het bezoekje aan de bib en op opnieuw een dag van van hot naar her hollen, zie ik de open poort van het oude kerkhof. Als een uitnodigend gebaar. Meteen besef ik dat ik -sinds de zes jaren dat ik in Merksem woon- nooit eerder een voet zette in één van de grootste parken van dit Antwerpse district. Stop, fiets aan de kant, ga binnen. Al is religie niet mijn dada, toch overspoelt me een sacraal moment. In deze verzameling van stenen herinneringen lijken de kerkhofmuren de dagdaaglijkse scherpte buiten te houden. De drukte van het nu (doendoendoen!) wordt getemperd tot een verre ruis. Kalmte overheerst. Ik kuier wat rond, gedachten cirkelen doelloos rond en gaan vervolgens op in het niets. Ik dwaal af in memorie. Tot ik weer mentaal ontwaak en mezelf terugvind voor dit grafmomument. "Rust zacht" vertelt het onderschrift me. Is dit een wens voor de dode, of een boodschap voor wie achterblijft in de hectische ratrace? De antwoordloze vraag kringelt verder in mijn hoofd. Wanneer ik wat later mijn fiets terug opzoek, lijkt het alsof mijn tijdelijke zorgen hier in de stenen zijn gekropen. 't Tijdloze heelt voelbaar. Ik ga/kan weer opweg. Een bejaard dame'tje waggelt me voorbij. Naar binnen, want ze weet: "Het houdt me op dreef".