Nadat mijn mopperende heup de partituren een paar weken uit mijn aandachtsveld heeft verdrongen, zit ik deze ochtend weer aan het klavier. Het boek valt spontaan open op de pagina waar ik het laatst was gebleven en de nota van de docente laat er geen twijfel over bestaan: ik moet een schrijfsel van mister Bach binnen zeven weken in de vingers hebben (tezamen met het bollenwerk van Tchaikovsky & Duvernoy). Een kleine paniekaanval valt me te beurt: 52 dagen voor 32 maten, zo'n anderhalve dag per maat dus. En vanwaar komt het woord "maat" eigenlijk? Sebastiaan B. is allesbehalve mijn maat. Hij werkt me eerder op de heupen. Muziek als medische aandoening... Die afspraak bij de orthopedist komt geen tel te laat.