"Verrommeling", ik zie de term te pas en te onpas opduiken in menig opiniestuk over het Vlaamse landschap. Ikzelf zie dikwijls ook poëzie in het uitdijend allegaartje van lokale kneuterigheid. Bij mijn buren bijvoorbeeld. Kot achter kot achter kot. Asbest leien en dito golfplaten op de oudere exemplaren, polycarbonaat en roofing op de nieuwere. Achter de tuingrens woekert de wildernis op een vergeten lapje grond. In de verte de kantoortoren van Atelier d'Art Urbain. Dat laatste uber-kot ligt in de smog van de E19. Van symboliek gesproken.