zaterdag 16 maart 2013

pompidou

Na een week van schipperen tussen zin en onzin op't werk, laat ik me toch maar overhalen mee te gaan naar de lokale kroeg. Avondje pintenpakken met collega's, kelken chimay passeren de revue, een openhartige babbel met de baas, frustraties worden uitgesproken en erkend, hij mept me achterover met de melding dat ik dringend gepromoveerd moet worden. Nog meer chimay om te bekomen. Een rit Halle-A'pen die ik op één of andere manier heelhuids weet te volbrengen. Veel te laat onder de wol. Het was me het nachtje wel.
The morning after. In de vitrine van de bakker om de hoek steekt de koffiekoek zijn tong naar me uit. Ik denk aan het gesprek van enkele dagen eerder, in diezelfde winkel. 
"En zijt ge naar Parijs geweest?" vraagt de bakkerin aan de kleuter voor me.
"Jaaaah!" antwoordt-ie verrukt. "We zijn naar sentre poepie-toe geweest!"
"Oh?"
"Ja, sentre poepie-toe," vervolgt hij met enige serieux, "want daar mag je geen scheetjes laten, hé mama?"
Met de glimlach kom ik thuis. De hond hijgt me vrolijk welkom. We gaan de kater verzuipen. Om te beginnen in de verrukkelijke weldaad van vers minneola-sap. En daarna in verstand op nul. Koppie-toe en vijfendertig jaar jonger. Ik kan er weer even tegen.