"Hoe ging die verdwijntruc ook alweer, met die kast waar de mormeltjes instappen en nooit meer uit tevoorschijn komen ? Wààr is die kast !?" ging er door mijn hoofd.
Totdat ik de schemering opmerk. Het warmroze aan de horizon. Door aangedampte ramen. Een waas van parels. Twee druppels als tranen door het binnenpretje.
En ik weet weer: die verdwijntruc ? Hij zit in mezelf !