Het is jaren geleden dat ik de kust opzocht. Omdat m'n honden de zee nooit eerder zagen en omdat ik me afvraag hoe ze zouden reageren op die grootse vlakte, springen we vandaag de auto in en stranden enkele uren later in De Panne. Onze drie paar ogen zijn non-stop gericht op het water, de golven, de kleuren in de diepte, ... Een zeemeeuw slaakt een kreet. Berta speurt de einder af op zoek naar ... niks ? We turen en turen in de verte tot onze oogbollen er bijna uitrollen.
Tot we een vreemd fenomeen ontmoeten: de zeemémé. Renée vindt ze maar niks en mompelt een ingehouden grom. "Een zeemémé, wat moet ik daarmee?". Op doktersvoorschrift -om de reumatis te verzachten- verlaat de zeemémé haar appartementje op de dijk voor een dagelijkse strandwandeling. Zij stapt en ploegt doorheen natte zand. Er moet en er zal gewandeld worden. Geen hond (letterlijk) zal hen ervan weerhouden. De zeemémé, soms alleen, dikwijls met z'n tweeën. En hoewel je niet om de watervlakte heen kan, de zeemémé' kijkt niet. Niet naar het water of de golven of de kleuren in de diepte, ... want dat ... had de dokter niet voorgeschreven.
de zeemémé |