zaterdag 6 juni 2020

oh my dears

De afgelopen weken twijfelden de ranke stengels nog, maar nu, na enkele stevige stortbuien, ploppen de knoppen van het voluptueuze vingerhoedskruid zonder gêne open. Weelderig paars wiegen ze in de wind. Bijen buzzen van het ene kolkje naar het andere. En hoewel het ze met velen zijn, is het verdomd moeilijk om het nectarvolkje te fotograferen. Zéker met een enthousiaste jachthond in de buurt. Ik zoem met m'n lens van links naar rechts, zoek als een cycloop naar het perfecte kadrement. Ik blijf wat op mijn honger zitten, dé foto komt er niet van. Tot ik verop -nauwelijks hoorbaar- een takje hoor kraken. Ik stel m'n blik een kwartslag bij en zie... een reetje poseren. Doorgaans bijzonder schichtig en -als ze een zweem van je opvangen- nemen ze de benen nog vóór je een glimp van ze krijgt. Maar niet vandaag: ik krijg alle tijd om te gluren, minutenlang. En wanneer ik denk "wat een zalige elegantie!", wordt m'n voyeurisme beloond met een tweede reetje dat aan komt kuieren. Oh my dears, het vinden wat je niet zoekt, het smaakt als honing op m'n ziel.