Na 7 jaren verbouwen, blijkt de tuin nog het meest genereus in zijn dankbaarheid. Het gonst van leven en laten leven. Het woekert dat het een lieve lust is. "Aaaah, een wesp!" gilt de buurvrouw, waarna ik haar probeer te duiden dat 't een bij is en dat die niet steken en dat die nodig zijn voor haar courgette-planten. Want ja, ook bij haar groeit het weelderig. Ietwat vervreemd staart ze me aan. De link tussen plantengroei en insectueus gespuis is haar volledig bijster. Desalnietemin krijg ik spontaan een knoert van de boomerang-variant in mijn handen gestopt. "Om soep van te maken." Dat ik daarbij moet denken aan soepkommen die vanzelf terugkomen als je ze weggooit, houd ik voor mezelf. Ik wil niet riskeren dat ze 112 draait met 't verzoek asap een dwangbuis te laten aanrukken...